Hoe computers steeds meer kunnen
Technologische vooruitgang gaat snel
Vraag eens aan je ouders wat voor computer er thuis stond toen ze kind waren. Het antwoord is: er stond geen computer. Er bestond misschien zelfs nog geen computer! De eerste computer bestaat dan ook nog maar sinds 1939. Toen vond Alan Turing zijn ‘Turing Machine’ uit die encrypties van de Nazi’s hielp te ontcijferen.
Vandaag de dag zijn computers daarentegen niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. De kans is groot dat je vandaag meer computerkracht in je broekzak hebt steken dan de president van de Verenigde Staten pakweg 20 jaar geleden ter beschikking had. De technologische revolutie is enorm snel gegaan. Gordon Moore merkte al in 1965 op dat het aantal transistoren op microchips elke twee jaar verdubbelde. Dit fenomeen, beter bekend als ‘Moore’s Law’, is een van de drijvende krachten achter de snelle vooruitgang van computers en wat ze vandaag kunnen.
Vandaag kunnen computers veel. We gebruiken ze om te communiceren, op de hoogte blijven van het nieuws, wiskundige formules uit te rekenen, muziek mee te luisteren, foto’s mee te trekken en nog veel meer. Het is bijna absurd hoe multifunctioneel een computer en een smartphone zijn geworden.
Als je terug zou gaan naar de kindertijd van je ouders en hun zou zeggen dat je in 2019 met een klein toestel in je broekzak loopt dat je perfect de weg wijst van eender welk punt A naar punt B (via auto, openbaar vervoer of fiets), dan zouden ze je niet geloven. Als je hen zou vertellen dat dat toestel ook nog kan antwoorden op bijna elke vraag dat je het stelt, dan zouden ze al helemaal achterovervallen. Het zou mij dan ook niet verbazen dat ikzelf zou achterovervallen moest iemand van 2050 terugreizen naar nu om ons te vertellen wat er in de toekomst allemaal mogelijk is geworden.
De toekomst is artificieel en intelligent
Inderdaad, hier stopt het niet. De (verre) toekomst zal computers kennen met ongeëvenaarde capaciteiten in vergelijking met de computers van vandaag. Veruit de meest interessante trend is artificiële intelligentie. Artificiële intelligentie is de wetenschappelijke tak die intelligente machines en de software daarachter bestudeert en ontwikkelt.
Vandaag worden zo’n machines veelal slim door patronen te leren in zeer grote hoeveelheden data. Zo weet je Google Home apparaat wat je bedoelt wanneer je zegt ‘zet aardappelen op mijn boodschappenlijst’. En zo weet je Tesla hoe hij (binnenkort volledig) zelf moet rijden wanneer je dat vraagt. Zo kon ook topbedrijf DeepMind (dat onder Google zit) de wereldkampioen Go verslagen dankzij slimme algoritmen. Go is het meest complexe bordspel op aarde. Het aantal mogelijke manieren hoe het spel kan verlopen is groter dan het aantal atomen in het heelal. Het was dan ook een hele opgave om algoritmen te ontwikkelen die zo een complex spel beter kunnen spelen dan eender wie op de planeet.
Ook in biologie en geneeskunde wordt artificiële intelligentie gebruikt, bijvoorbeeld om oogziekten te detecteren. In mijn onderzoek gebruik ik artificiële intelligentie dan weer om interacties tussen bacteriën en fagen te voorspellen. Zo maken we een kans om resistente bacteriën af te doden waartegen geen enkel antibioticum meer werkt.
Er zijn echter ook beperkingen aan de slimme algoritmen van vandaag. Als je complexe algoritmen duizenden foto’s van katten laat zien zal het bijna perfect een kat kunnen herkennen, maar daarom weet het algoritme nog niet wat een kat eigenlijk is. Wanneer je een kat ziet als mens is het niet moeilijk om verder te redeneren dat een kat een dier is, dat ze vier poten heeft en dat je ze eten moet geven. Wanneer computers dat zullen kunnen hebben we met ‘artificial general intelligence’ te maken, maar daar zijn we nog niet.
Het gaat nóg verder. Misschien wel het meest verbazingwekkende bedrijf is Neuralink. Het team van Neuralink wil een rechtstreekse connectie maken tussen de hersenen en computers. Vandaag leer je nieuwe informatie door het te lezen, horen of zien. Op de grens van science en fiction wil het bedrijf via een supersnelle connectie jouw hersenen aan het internet koppelen zodat je informatie direct kan gebruiken, zonder die informatie eerst te moeten lezen of horen. Deze technologie staat uiteraard nog maar in zijn kinderschoenen, dus is het nog afwachten hoe zoiets zou werken en wat de mogelijkheden zijn.
Alleszins, in mijn ogen zal de toekomst enkel technologisch complexer worden, maar zal die technologie ook verschillende aspecten van ons leven eenvoudiger maken. Simpelweg iets vragen aan je slimme luidspreker in de woonkamer is veel sneller dan je smartphone of tablet te moeten oppikken, een internetpagina te openen en dan je vraag met twee duimen in te geven op Google. Of echter alle technologische vooruitgang een goed idee is, dat laat ik in het midden.